EEN GESLAAGDE KWEEK MET PSAMMOPHIS SUBTAENIATUS
Door Hans van der Rijst
INLEIDING
Begin mei 1985 heb ik twee van Ton Steehouder afkomstige nakweekexemplaren
Psammophis subtaeniatus aangeschaft. Ze waren toen enkele maanden oud en aten al
zelfstandig. De eerste weken heb ik ze in stukjes gesneden nestmuizen aangeboden,
die ze met grote gretigheid aten. Daarna waren de slangetjes groot genoeg om
eendagsmuisjes in zijn geheel aan te kunnen. Ze groeiden goed, en al na twee
jaar vond de eerste paring plaats. Omdat ik het vrouwtje echter nog te klein
vond, heb ik de dieren verder nog een vol jaar gescheiden van elkaar opgekweekt.
Op 1 januari 1988 heb ik ze weer bij elkaar gezet. Het resultaat beschrijf ik
hieronder, na eerst enkele opmerkingen gemaakt te hebben over mijn ervaringen
met het houden van deze dieren.
HET TERRARIUM EN HET GEDRAG
De Nederlandse naam voor Psammophis subtaeniatus is Afrikaanse gestreepte
zandslang of zandrenslang. De laatste naam is duidelijk de beste omdat hij
aangeeft dat het bijzonder snelle slangen zijn. Daarbij zijn ze schrikachtig,
eten ze ongelooflijk graag en zijn ze erg beweeglijk.
Dit heeft consequenties voor de afmetingen en de vormgeving van het terrarium.
Dit mag uiteraard niet te klein zijn. Wat is dan 'niet te klein' en wel 'groot
genoeg'? Een terrarium van 120x50x40 (lbh) lijkt mij de minimale maat voor het
verantwoord houden van deze soort.
Wat betreft de vormgeving heeft de praktijk uitgewezen dat schuifruiten voor
deze soort niet ideaal zijn. De slangen zijn zo ongelooflijk snel, dat ze
wanneer je een ruit een stukje openschuift, bij een schrikreactie het terrarium
al uit zijn voordat je er erg in hebt. Het is dan ook linke soep om overdag
uitwerpselen of andere rommel uit het terrarium te verwijderen. Het beste kun je
dit 's morgens vroeg doen, wanneer de verwarmingslampen nog uit zijn.
Soortgelijke problemen doen zich voor als je wilt voeren. Het is absoluut
onverstandig om de slangen eerste de muis te laten zien en daarna pas de
schuifruit te openen. De slangen hebben vrijwel altijd zo'n gezonde trek, dat ze
als wilden tegen de ruiten aan knallen. Ze proberen dan met alle geweld de
muizen door de ruit heen te pakken. Wanneer ze de muizen al hebben gezien, staat
het openen van de schuifruiten gelijk aan het met zekerheid laten ontsnappen van
de slangen. Ik heb verschillende keren gedacht slimmer en sneller te kunnen zijn
dan mijn slangen. Ik hield dan aan de linkerkant van het terrarium een muis voor
de ruit en opende voorzichtig de rechterkant. Tot zover ging alles goed. Dan
moest de muis echter nog van de linkerkant snel naar de rechterkant gebracht
worden, en dan hup het terrarium in. Dit laatste is mij nog nooit gelukt. Tot nu
toe waren de slangen steeds sneller dan ik en rukten ze de muis al buiten het
terrarium uit mijn handen - wat overigens een schitterend gezicht is. Door de
grote snelheid waarmee ze op de muis af schieten om hem te grijpen en er snel
enkele windingen omheen te gooien. rollen ze met muis en al vaak nog een meter
over de vloer voordat ze tot stilstand komen. Het is dan zaak de slang snel op
te pakken en terug in het terrarium te zetten. Daarbij moet wel bedacht worden
dat we hier met een opistogliefe soort te maken hebben, dus voorzichtig zijn.
De bovenbeschreven ellende kan voorkomen worden door een terrarium te nemen
zonder schuifruiten, dat van bovenaf toegankelijk is. De hoogte van zo'n
terrarium zou dan minstens zo'n 60 cm moeten zijn, anders 'vliegen' de slangen
er toch nog uit: zandrenslangen kunnen enorm hoog springen. Het nadeel van
dergelijke terraria is, dat je ze niet kunt stapelen.
Mijn Psammophis-terrarium meet 120x50x40 (lbh). Ik gebruik als bodembedekking
zand. De bak is met enkele armdikke berkestammetjes ingericht. Onder de spot van
60 Watt die als verlichting en verwarming dient, liggen enkele stukken leisteen.
De belichtings- en verwarmingsduur bedraagt in de zomer ongeveer 14 tot 15 uur,
en in de winter ongeveer 12 tot 13 uur per dag.
DE KWEEK
Begin januari 1988 heb ik beide slangen weer bij elkaar gezet. Dit resulteerde
nog dezelfde dag in een paring. De hele maand januari en in het begin van
februari werd er praktisch elke dag gepaard. Het vrouwtje nam op 24 februari
voor het laatst een muis aan. Ze vervelde op 31 maart en legde op 10 april tien
op het oog gave eieren. Ondanks dat het maar tien eieren waren, heeft ze er toch
ruim acht uur voornodig gehad om ze te leggen (van 7.30 tot 16.15 uur). Het
eerste ei werd gelegd terwijl de verwarmingslamp nog niet aan was. De
temperatuur bedroeg toen waarschijnlijk 21'C.
Ik had een erg mooie legplaats aangeboden: een hoek van het terrarium was
volgestort met zand waar turf doorheen gemengd was. Dit alles werd afgedekt met
kurkschors. Het vrouwtje legde haar eieren echter pal onder de verwarmingslamp.
Ik heb de eieren in een bakje met zand bij een temperatuur van 27 tot 29'C
weggezet.
...
De rest van dit artikel is helaas zoekgeraakt.